Con Amore Blog

Wat paarden en sjamanen voor mensen met autisme kunnen betekenen

Geschreven door Marijke Van Der Linde | 17-mrt-2020 18:04:58

‘In april 2004 werd vastgesteld dat mijn zoon autisme heeft. Het leek net alsof ik met een honkbalknuppel in mijn gezicht werd geslagen. Ik keek vol afgrijzen toe hoe hij afdreef naar een andere plek, van me gescheiden als door een dikke glasplaat’, schrijft de Amerikaanse Rupert Isaacson, reisjournalist, paardentrainer en vader van Rowan.

Zijn zoons’ taalvermogen is ernstig onderontwikkeld, hij maakt moeilijk contact en heeft geen vriendjes. Op zijn vijfde is hij nog steeds niet zindelijk. Als reactie op zijn overactieve zenuwstelsel wordt hij regelmatig overvallen door hevige neurologische woede-aanvallen. Als gevolg kromt hij zijn rug, schreeuwt totdat glas bijna breekt en slaat wild om zich heen. Gedurende deze episodes kan hij zichzelf en anderen beschadigen. Zijn ouders kunnen hem geen moment alleen laten.

Reguliere therapie
Omdat de ziektekostenverzekering in de VS veel minder gunstig geregeld is dan in Nederland, volgt een lange en kostbare rondgang langs tal van specialisten. Rupert en zijn vrouw proberen ABA (Applied Behavioral Analysis), een peperdure en intensieve therapie. ABA leert kinderen met autisme gewenst gedrag aan door middel van een straf- en beloningssysteem, met veertig uur per week een therapeut aan huis en een dagelijks strikt activiteitenrooster. De kosten: 50.000 dollar per jaar.

Ook celtherapie zetten ze in, dat zou hun zoons’ lichaam vrijmaken van giftige stoffen. Een groeiend aantal wetenschappers denkt namelijk dat kinderen met autisme mogelijk de dupe zijn van een buitensporige toename van giftige metalen in het milieu, vooral kwik. Het aantal autistische kinderen in de geïndustrialiseerde wereld stijgt gigantisch en kwikvergiftiging veroorzaakt symptomen die erg op autisme lijken.

Maar Rowans’ driftbuien verergeren alleen maar. Tijdens een sessie met de ABA-therapeut raakt hij in paniek, trekt zich volledig in zichzelf terug en maakt geen contact meer. Rupert neemt hem mee naar het bos. In de hoop dat de natuur en dieren hem, zoals vaak het geval is, rustig maken.

Een ontmoeting met een paard
De jongen rent hard voor zijn vader uit, rakelings langs bomen, door struiken en slootjes, richting de paardenwei van de buurman. Voordat Rupert bij hem is, kruipt Rowan door de afrastering en staat hij tussen een kudde van vijf paarden… Opgetogen lachend laat hij zich op zijn rug op de grond vallen, pal voor een grote bruine alfamerrie. Rupert verstijft. Door elke plotselinge beweging van hem of Rowan kan ze schrikken en de jongen vertrappen.

Maar tot de schrijvers stomme verbazing laat het dier haar hoofd zakken en raakt ze liefdevol Rowans wiebelende lijfje aan. Ze beweegt haar lippen, een teken van onderwerping bij paarden. ‘In de jaren dat ik paarden trainde, heb ik dit nog nooit gezien. Mijn zoon heeft een wonderlijke, directe verbinding met het paard’, schrijft hij in zijn boek.

Een ontmoeting met een sjamaan
Diezelfde maand gebeurt er nog iets bijzonders met Rowan, op een bijeenkomst van traditionele genezers, stemmenleiders en sjamanen alle hoeken van de wereld. Hier vertegenwoordigt Rupert de bedreigde bosjesmannen van de Kalahariwoestijn in Zuidelijk Afrika.

Tijdens zijn jaren als reisjournalist is hij regelmatig getuige van wonderbaarlijke genezingen van verschillende sjamanen. Met hoop in zijn hart neemt hij Rowan daarom mee naar de bijeenkomst. ‘Misschien is sjamanisme niet iets uitheems, maar kan het als aanvulling op de Westerse geneeskunde worden gebruikt’, schrijft hij.

Voor het eerst praten
En inderdaad: na een handoplegging van een van de sjamanen, begint Rowan voor het eerst te praten. Tijdens een boswandeling, al wijzend naar het gras: ‘groen’. Een begrijpelijke opmerking die uit hemzelf komt, geen echolalie is. In de dagen na de bijeenkomst is hij opvallend rustig en sociaal. Hij benadert mensen vanuit zichzelf en laat zijn speeltjes aan hen zien. Gepast peutergedrag dat hij nog nooit heeft vertoond.

Helaas is de opleving van korte duur. Als de medicijnmannen vertrekken glijdt Rowan weer terug in zijn oude, onzinnige gebrabbel en zijn emotionele en fysieke incontinentie. Een woord blijft hij echter herhalen: ‘paard’.

Een leven in het zadel
Het is de start van de vele ritjes op Betsy, de merrie van de buurman. De risico’s - een driftbui en de merrie kan haar rijders eraf gooien - nemen ze voor lief, want het blijkt het enige wat werkt. Op het paard stopt Rowan onmiddellijk met gillen en wild om zich heen slaan. Zijn grijns wordt zo breed, dat hij van zijn gezicht lijkt af te lopen. Na een rit is de jongen minder hyperactief. Na een lange tocht praat hij zelfs naderhand.

Op de merrie kan Rupert zelfs echte gesprekken voeren met zijn zoon, over alles wat ze onderweg tegenkomen: schildpadden, vogels, pecanbomen, cactussen, sloten. De ritjes van het tweetal door de wilde Texaanse natuur zijn op beeldende wijze omschreven. ‘De deur naar Rowans wereld staat op een minuscuul kiertje’, omschrijft de reisjournalist.

Maar alhoewel het beter gaat dan ooit, blijft Rowan buiten het rijden om nog steeds super autistisch. ‘Hoe het zou zijn als hij langere tijd bij sjamanen doorbrengt’, vraagt Rupert zich af. ‘En zijn paarden en sjamanistische genezing op de een of andere manier te combineren?’

Mongolië, het land van paarden en sjamanen
In zijn zoektocht naar die vraag stuit hij op Mongolië, de plek waar zesduizend jaar geleden het paard voor het eerst werd gedomesticeerd. Een land waar sjamanisme de staatsreligie is. ‘Stel dat Rowans’ autisme ons leven niet zou stopzetten? Niet het einde van alle avontuur en plezier zou betekenen? Maar de poort is tot ons grootste avontuur ooit?’, schrijft hij.



Hij droomt. Hij maakt plannen. Een bezoek aan de sjamanen van het paardenvolk, die op de uitgestrekte weiden woonden waar het paard is ontstaan. Naar het helende, heilige meer. Dan naar de taiga in Siberië, naar de rendierhoeders, wier sjamanentraditie al duizenden jaren bestaat. En dan…

Beeldenbrein
Een bevriende filmmaker biedt aan mee te gaan om de reis vast te leggen. Voor vertrek interviewen ze dr. Temple Grandin, hoogleraar dierenwetenschappen aan de universiteit van Colorado èn een vrouw met autisme. Ze schreef een bestseller over het beeldenbrein van dieren en mensen met autisme. ‘Je kunt de autistische geest leren begrijpen door dieren te bestuderen en omgekeerd’, vertelt ze.

Als kind was Temple zwaar autistisch. Ze zat alleen maar in een hoekje heen en weer te schommelen, bijna onbereikbaar. Gelukkig had ze lieve juffen die eindeloos met haar speelden, totdat ze reageerde. Ook ontdekte ze op jonge leeftijd de helende kracht van paarden.

‘We kunnen moeilijk contact maken met andere mensen, omdat ze anders denken, zoals in woorden. Maar dieren denken net als mensen met autisme in beelden, daarom hebben ze vaak automatisch een diepe verbinding’, zegt ze tegen Rupert. 

‘Soms brengen kinderen met autisme via een dier over wat ze tegen hun medemensen willen zeggen, vooral als ze daar een goede band mee hebben. Op die manier vormen dieren de verbinding tussen de ‘normale mensenwereld’ en de wereld van mensen met autisme’, gaat ze verder. 

Op de vraag waarom Rowans’ taalvermogen zich ontwikkelt door het paardrijden en sjamanenceremonies antwoordt Temple: ‘Uit onderzoek blijkt dat repeterende schommelende bewegingen de hersengebieden stimuleert waar de leerreceptoren zich bevinden. Wellicht hebben de ceremonies, met al dat geklap en gezang, een vergelijkbaar effect. Ga met je zoon naar Mongolië. Het ergste wat je kunt doen is niets doen.’

Het avontuur begint
En zo reist de familie - tussen hoop en vrees - met een kind dat elk moment kan ontploffen naar de andere kant van de wereld. De eerste bestemming: de voet van een heilige berg die de Bond Khan heet, net buiten de hoofdstad van Mongolië. Omringt door negen sjamanen van verschillende stammen.

Hoofdtooien en hertengeweien bewegen op ritmische dansen, tromgeroffel vult de vallei. De sjamanen bidden naar de goden van het woud, de bergen en rivieren. Rupert en Kirsten voeren de vreemdste rituelen uit om kwade geesten van voorouders te verdrijven. En wat er dan gebeurt houd je niet voor mogelijk. Het overtreft Rupert en Kirstens’ stoute dromen…

Het wordt een onvergetelijke reis door de woeste en soms onbegaanbare natuur van Mongolië. Door puntige bergen met sneeuw, vol beren en wolven, moerassen, slingerende rivieren, het Siberische woud. In een roestig busje en ter paard. Slapend bij nomadenvolken, rituelen ondergaand van monniken en handopleggingen van sjamanen, badend in een geneeskrachtige bron…

Een reis vol ontroerende momenten en levenslessen, waarin Rupert zijn westerse, wetenschappelijk instelling richting geneeskunde steeds meer loslaat. En Rowan met de dag opknapt. Hij lacht, kietelt de sjamanen, wrijft met zijn neus over die van zijn vader (het liefste gebaar ooit), zegt voor het eerst ‘ik hou van jou’ en maakt voor het eerst een vriendje, die hij Mongoolse broer noemt. Hij vertelt zelfs verhalen over zijn reis: ‘Rowans avontuur’.

Maar is zijn ontwikkeling blijvend? Wordt hij ooit zindelijk? Leert hij zijn emoties beheersen? Is er ooit heling mogelijk, ware heling?

Je leest het in dit meeslepende boek met het ontroerende verslag van de dapperste vader ooit: 
De Paardenjongen - door Rupert Isaacson